Aangenaam, Marij Pollux

Marij Pollux is beslist geen onbekende. Sinds mei 2018 maakt zij deel uit van het College van Burgemeester en Wethouders van Gemeente Venlo. Maar hoe kom je op zo’n functie terecht?

“Ik ben begonnen in het basisonderwijs en gestopt toen ik kinderen kreeg, dat was toen gebruikelijk. Uiteindelijk kwam ik in het volwassenenonderwijs terecht, werkte ik met mensen die een extra zetje nodig hebben. Dat spreekt mij enorm aan, raakt mijn hart. Eerst als docent, daarna als leidinggevende. Ik sloot contracten af met gemeenten en maakte zo kennis met de politiek. Ik besefte me dat ik ook invloed uit kon oefenen. Je kunt zorgen dat er echt iets gebeurt, iets veranderd.” Marij werd lid van de voorloper van GroenLinks. “Zorgen voor elkaar en wereld. Ik vind dat je verantwoordelijkheid hebt naar anderen, niet alleen naar jezelf.”

Ze werd actief in de steunfractie met aandachtsgebieden Onderwijs, Sociaal Domein, Sport, Financiën en Bestuur. Was van 2011 tot 2018 voorzitter van GroenLinks, afdeling Venlo en omstreken en actief in het bestuur van Theater De Garage, en ook nog werkzaam op het MBO in Roermond. Uiteindelijk kwam ze in de gemeenteraad terecht. 

“Daar heb ik zes jaar in gezeten maar ik kreeg een andere baan. Doordat het sneed met mijn werk in de raad ben ik toen gestopt. Uiteraard bleef ik het van een afstand volgen en dacht vaak, ‘my god’. Toen heb ik mezelf toegesproken, of je stopt met ergeren, of je gaat er iets aan doen. Het werd dat laatste”, lacht ze. Inmiddels is ze binnen het college wethouder Duurzaamheid, Cultuur en Evenementen. “Ik maak verrassende dingen mee, bezoek evenementen waarvan je niet bedacht had dat je ze mee zou maken. Roze Zaterdag bijvoorbeeld, dat was een geweldige manifestatie. Maar ook ‘Kloppend Hart’, de wandelvoorstelling van Sarah Soethoudtwaar Karlijn van Kruchten zich uitriep tot Prinses Karlijn I. Dat zo’n dag zo’n boodschap brengt, fantastisch.”

Dat Marij al bestuurlijke ervaring heeft wil niet zeggen dat het een done deal is, die gemeenteraadsverkiezingen. “Ik wil graag verder, werken aan het gemeenschappelijk doel. Buiten de muren van het stadskantoor wonen 100.000 Venlonaren. Daar doe ik het voor, dat staat voor mij voorop.”